ICT en de reiswereld
Reisorganisaties wisselen onderling heel wat gegevens uit. Tot de jaren zeventig gebeurt dat vooral met kaartenbakken en de telefoon. Om voor de klant te informeren of een vlucht of accommodatie beschikbaar is, moet de reisagent bellen met de touroperator. Dat betekent lange wachttijden en hoge telefoonkosten.
De reiswereld is daarom al vroeg gericht op automatisering. KLM komt met Corda, een elektronisch reserveringssysteem voor de zakelijke reisagent. Verschillende reisorganisaties gebruiken terminals waarmee medewerkers hun eigen gegevens kunnen bijhouden. De ANVR roept in 1980 de Werkgroep Technologie in het leven.
Maar het gebruik van elektronische systemen wordt pas grootschalig met de invoering van Travel-Net. Via dit communicatienetwerk kan het reisbureau bij verschillende touroperators gegevens inzien en boekingen plaatsen. Het systeem is gebaseerd op Videotex. De gebruikers moeten beschikken over speciale terminals, een abonnement nemen en inbelkosten betalen. Travel-Net wordt ontwikkeld door PTT Telecom, samen met Arke, Holland International, Neckermann, De Jong Intravakanties, Hotelplan en Evenements Reizen.
Op 15 maart 1989 sluit Travel-Net het eerste reisbureau aan: Effting in Eindhoven. Daarna groeit het aantal deelnemers snel. In 1995 is 97 procent van de Nederlandse reisbureaus aangesloten.
Travel-Net maakt het zoeken en boeken voor het reisbureau aanzienlijk gemakkelijker. Tot dan toe heeft elke touroperator zijn eigen coderingen, met aparte afkortingen voor tweepersoonskamers, balkon. Maar door Travel-Net is een groot deel van de Nederlandse reisbranche wel relatief traag met de acceptatie van internet. Men blijft vasthouden aan het vertrouwde systeem. Uiteindelijk is de overgang naar internet onontkoombaar. In 2006 wordt Travel-Net opgeheven.
De stedentrip
‘Eens toe aan een andere bestemming dan de bekende steden?’, vraagt NS International in najaar 2019 haar klanten in een reclamemail. Wat dacht je van Stuttgart, Lille of Gent? Is weer eens wat anders dan Parijs of Londen!
De zoektocht naar nieuwe bestemmingen is tekenend voor de populariteit van de stedentrip. We zijn zo vertrouwd geraakt met de bekende steden dat we toe zijn aan variatie. Dat is in de tijd van de opkomst van het massatoerisme wel anders. Reisorganisatoren speelden tot in de jaren op safe, door zich vooral te beperken tot stedentrips naar Londen, Parijs en Rome. Uiteraard met hotel, maaltijden, reisleider en een druk excursieprogramma. Want anders zou de onervaren vakantieganger zich maar ongemakkelijk gaan voelen in zo’n grote en vreemde stad.
Nadat in 1989 de Muur valt, komen ook steden achter het voormalige IJzeren Gordijn als Praag, Boedapest, Moskou en St.Petersburg op het verlanglijstje van de reiziger. Dan begint de echte doorbraak van de stedentrip. Het is in veel opzichten een ideale vorm van vakantie. Het kan ook buiten het hoogseizoen en in de stad vind je er alles: cultuur, entertainment, horeca en winkels.
Ondanks het groei van het aanbod in citytrips is er in de voorkeur van de Nederlander in de loop van de jaren niet veel veranderd. Volgens onderzoek van het CBS uit 2017 is Parijs nog steeds de meest populaire vakantiestad, gevolgd door Londen en Berlijn.
ANVR wordt federatie
ANVR verandert van naam: de afkorting staat voortaan voor Algemeen Nederlands Verbond van Reisondernemingen. De ANVR wordt een federatie met vier lidverenigingen met ieder hun eigen specialisaties: Vereniging van ANVR Reisorganisatoren (VRO), Vereniging van ANVR Reisagenten (VRA), Vereniging van ANVR Luchtvaartagenten en Zakenreisbureaus (VLZ) en Vereniging van ANVR Reisorganisatoren Inkomend Toerisme (VRI, die in 2003 wordt opgeheven). De afzonderlijke verenigingen hebben ieder een eigen bestuur en behartigen de belangen van de eigen leden. Ieder bestuur heeft vertegenwoordigers in het overkoepelende federatiebestuur.